Zoek naar de schat (3/3)

Foto van Photologic

In het vorige artikel uit dit drieluik digitaal toetsen kwam ik tot de conclusie dat digitaal toetsen niet loont. Niet als je alleen maar een administratieve lastenverlichting nastreeft. In dit derde en laatste deel ga ik in op de vier redenen om wel digitaal te gaan toetsen.

1. Toets-, leer- en stuurinzichten

Het grote verschil met een toets op papier is dat een digitale toets je data oplevert op het niveau van opgaven. Bij het gros van de docenten die een toets op papier nakijkt, blijven deze waardevolle gegevens achter op het papier. Alleen het eindcijfer van de toets wordt ingevoerd in de cijferadministratie. Dit is zonde!

De scores (en antwoorden) van leerlingen op opgaven kunnen gebruikt worden om dieper inzicht te krijgen in de ontwikkeling van leerlingen. Zeker als je de opgaven voorziet van leerdoelen en beheersingsniveaus.

In bovenstaande afbeelding tref je een piramide van inzichten aan. Op het laagste niveau kun je de scores op opgaven gebruiken om de betrouwbaarheid en kwaliteit van de opgave inzichtelijk te maken. Waardevolle toetsinzichten om opgaven aan te passen of te vervangen. Door het toevoegen van het niveau van leerdoelen (tussen opgaven en toetsen in) krijg je als docent en leerling diepere leerinzichten in de onderwerpen waar het al goed gaat en de onderwerpen waar nog werk aan de winkel is.

Door het aggregeren en over meerdere jaren vergelijken van deze gegevens is het mogelijk om waardevolle stuurinzichten te krijgen over het effect van veranderingen in je onderwijs. Denk bijvoorbeeld aan het inzichtelijk maken van een positief of negatief effect van een ander leermiddel. Of het werken vanuit een ander onderwijsconcept.

2. Professionalisering

Samen sterker worden in toetsen. Het vergt een andere manier van werken, maar het kan ook veel opleveren. Simpelweg omdat vele handen licht werk maken. Je kunt opgaven delen en samen het nakijkwerk verdelen. Ook houd je elkaar scherp. Je collega kan net even een andere kijk hebben op je opgave of beoordelingsmodel. Zo kan jij op basis van de feedback van je collega jouw toetsen net even een slagje beter maken. Ook kun je samen de resultaten over meerdere klassen analyseren. Zijn er patronen zichtbaar? Maken veel leerlingen in mijn klas bijvoorbeeld dezelfde denkfout? Is dat bij jou ook zo? Of zie jij ook dat leerlingen meer moeite hebben met een onderwerp nu we een ander leermiddel gebruiken?

3. Modulair en eigentijds onderwijs

De derde schat is dat digitaal toetsen bij kan dragen aan de vernieuwing naar modulair en eigentijds onderwijs. De kern is hier niet zozeer het digitale toetsen zelf, maar het werken in kleinere modules. Oftewel clusters van leerdoelen. Digitale toetsen stellen je in staat om de ontwikkeling van jouw leerlingen op deze leerdoelen en modules inzichtelijk te maken. Zo kun je jouw leerlingen meerdere modules aanbieden en kunnen zij deze in hun eigen persoonlijke leerpad genieten en afsluiten.

4. Bewijs voor onderwijsvernieuwing

Onderwijsvernieuwing gaat in kleine stapjes. Je doet een experiment en bekijkt of er een verbetering merkbaar is. Zodra je de data van jouw toetsen structureel verzamelt en over meerdere jaren vergelijkt krijg je een eigen waardevolle bron van referentiegegevens en daarmee stuurinzichten. Stuurinzichten die je kunt gebruiken om het effect van experimenten in jouw onderwijs mee te staven. Experimenten die succesvol bijdragen aan de gewenste onderwijsvernieuwing rol je breder in je school of bestuur uit. Experimenten die geen aantoonbaar effect hebben staak je.

Digitaal toetsen! Aan de slag.

Ben je overtuigd van de meerwaarde van digitaal toetsen voor jouw school? Maak gebruik van de slimme vragenlijsten van Toetskeurig om digitaal toetsen op jouw school te gaan organiseren.

Vorige
Vorige

Het serieuze werk (2/3)

Volgende
Volgende

Pas op de plaats